Barbara Hannigan (by MarcoBorggreve)
Barbara Hannigan, Equilibrium Young Artists & LUDWIG Orchestra
/ Flagey, Studio 4

Barbara Hannigan, Equilibrium Young Artists & LUDWIG Orchestra

music among friends

muziek als een magisch 'equilibrium'

interview met festivalartiest Barbara Hannigan

De festivalartiest van Klarafestival 2023 is niemand minder dan de internationaal gerenommeerde sopraan en dirigent Barbara Hannigan. Ze belichaamt muziek met een bijzondere gevoeligheid en heeft bijna 100 wereldpremières op haar naam staan. Tijdens Klarafestival dirigeert en zingt ze Mahlers Vierde Symfonie met het London Symphony Orchestra, organiseert ze een immersief, scenisch concert met de pianozussen Katia en Marielle Labèque, en deelt ze het podium met jonge artiesten uit haar mentorprogramma Equilibrium. Haar artistieke praktijk inspireerde bovendien het thema van Klarafestival 2023: Become music.

 

Voor de opening van Klarafestival dirigeert u niet alleen Mahlers Vierde Symfonie, maar zingt u ook de sopraansolo uit het laatste deel. Mahler dirigeren en tegelijkertijd zingen: waarom uzelf zo’n uitdaging opleggen?

Barbara Hannigan: Ik zie het niet zo, dat ik mezelf iets opleg. Ik zou kunnen zeggen dat ik mezelf nergens op maar juist "in" plaats, in de muziek, in Mahlers klankwereld, terwijl ik het orkest door het narratief leid. Mahlers Vierde Symfonie vertelt een verhaal dat geenszins lineair is, maar eerder een reeks beelden, filosofieën en visies bevat op de samenleving en op sociale rechtvaardigheid. De muziek overstijgt tijd en ruimte, en aan het eind luisteren we naar een laatste getuigenis: dat van het kind, dat (zoals Mahler schreef) op de een of andere manier de "sleutel" tot het hele stuk moet bieden.

 

In de jaren ‘90 vergeleek musicoloog Christopher Small een concert van klassieke muziek met het bijwonen van een mis, waarbij de blik van het publiek naar voren is gericht, naar het altaar waarop de muziek van de "grote, dode componist" wordt vertolkt door de ontzagwekkende dirigent. Ik heb het idee dat u het oneens zou zijn met zijn beschrijving?

BH: Ook nu nog zijn er veel maestro’s, organisaties en orkesten die de dirigent als dé gezaghebbende figuur beschouwen. Daar ligt mijn interesse niet. Als we ontkennen dat muziek maken over samenwerken gaat, denk ik dat we op een dwaalspoor zitten. In stukken waarin ik de sopraanpartij zing terwijl ik dirigeer, zoals in het laatste deel van Mahlers Vierde Symfonie, gaan het orkest en ik de meest intensieve samenwerking aan. Ik zeg tegen het orkest: "Het werkt niet als jullie mij gewoon begeleiden terwijl ik zing. Dat zou een vertraging veroorzaken waardoor we niet synchroon zijn, noch in tempo, noch in interpretatie. In dit stuk moeten jullie mijn partner zijn." Soms zal het orkest leiden, soms ik, en met elk orkest ligt het evenwicht van deze uitwisseling anders.

 

Houdt uw visie op het dirigeren voor u verband met een bredere vraag, namelijk wie een stem krijgt of een podium inneemt? 

BH: Ik ben me ervan bewust dat wanneer ik dirigeer, dit verschillende dingen betekent voor de aanwezigen in de concertzaal; niet in de laatste plaats omdat sommigen misschien nog nooit een vrouwelijke dirigent hebben gezien. Afgezien van gender brengt gezag ook verantwoordelijkheid met zich mee. Anders gezegd: het ervaren van druk is een privilege. 

 

Tijdens Klarafestival deelt u het podium met verschillende artiesten uit uw Equilibrium Young Artists programma. Beïnvloedt uw collaboratieve praktijk ook de manier waarop u jonge muzikanten begeleidt?

BH: Ja, absoluut. Ik denk dat het belangrijk is voor jonge artiesten om te begrijpen dat iedereen, niet alleen de stersolisten, leiders zijn. Voor EQ (Equilibrium) houd ik geen audities in de traditionele zin. In plaats daarvan organiseer ik een hele workshopdag. De geselecteerde musici werken intensief samen met mij, met Jackie Reardon die uit de professionele sportwereld komt, met hun medekandidaten en met een gast-panellid. Ik observeer hun energie en de manier waarop ze met elkaar omgaan: hoe delen ze de ruimte met elkaar? Wat voor vragen stellen ze? Hoe luisteren ze? Hoe werken ze samen met de pianist? Wat het vocale betreft, vraag ik hen om te zingen voor iedereen in de ruimte, niet enkel voor de pannelleden, maar ook voor hun medekandidaten. Dat is angstaanjagend voor sommigen, maar op die manier wordt het tenminste echt een performance. En dat is natuurlijk wat ik zoek, performers.

 

Over uw rol als dirigent en mentor spreekt u telkens in termen van samenwerkingen, maar hoe zit het met uw relatie tot de componist?

BH: Mijn relatie met de (nog levende) componist heeft altijd al centraal gestaan in mijn carrière, al sinds ik op mijn zeventiende mijn eerste wereldpremière gaf. Ik heb zoveel van mijn leven geïnvesteerd in nieuw repertoire en in het verdedigen van hedendaagse componisten en hun muziek. In de loop der jaren ben ik ook, als de componist me dat toelaat, een goede redacteur geworden. Ik ben minder geïnteresseerd in een componist die mij tot in het kleinste detail dicteert hoe zijn of haar stuk moet worden uitgevoerd. Ik werk graag samen, zoek samen naar kleuren, reik ideeën aan en leer meer over mijn instrument van buitenaf, wat veel inspiratie geeft. In de afgelopen jaren was mijn samenwerking met John Zorn een buitengewone en levensveranderende ervaring, net als met componist en arrangeur Bill Elliott met wie ik werkte aan arrangementen van Gershwin en Weill en van zijn eigen muziek, en met David Chalmin, bij wie ik me vrij voel om geïmproviseerd materiaal en ideeën uit te wisselen, waar hij dan weer als componist op voortbouwt.

 

Om Christopher Small nog eens te citeren: hoe zit het met "de grote, dode componist"? Hoe zit het met Mahler?

BH: Soms voelt het alsof zelfs de relatie met een niet-levende componist een samenwerking kan zijn, een uitwisseling. Misschien heeft mijn jarenlange ervaring met levende componisten me geholpen om ook een dialoog aan te knopen met de niet-levenden... Telkens wanneer ik een partituur opensla, oud of nieuw, ontdek ik gaandeweg alsmaar nieuwe lagen. Mahlers Vierde Symfonie, bijvoorbeeld, lijkt te gaan over de kloof tussen arm en rijk. Tussen de "haves" en de "have-nots". Het laatste deel heet Das himmlische Leben, het hemelse leven. Het is een lied, waarin een kind haar visie op de hemel beschrijft, een hemel waar niet alleen goede, maar ook rijke en gewelddadige mensen zijn toegelaten. Ze is verbaasd dat ze door zoveel materiële overvloed wordt omringd. Dat vind ik hartverscheurend. 

 

Hoe ziet u de rol van het publiek tijdens een voorstelling? 

BH: Ik denk dat het publiek niet alleen luistert, maar actief bijdraagt aan een voorstelling. Ze brengen hun energie en hun ervaring mee tot in de concertzaal. "Wat is de betekenis van dit stuk?", vroeg iemand mij ooit. Dé betekenis van een stuk bestaat niet. Elk individu verlaat de zaal met een andere ervaring, net zoals elk gezinslid anders naar het gezin kijkt.

 

Hoe zit het met het publiek dat helemaal stil zit, zonder een vin te verroeren of enige emoties over te brengen. Draagt die persoon volgens u ook actief bij aan een concert?

BH: Zeker. Natuurlijk is het niet moeilijk om extraverte reacties van het publiek op te merken en te waarderen. Mettertijd ben ik gaan begrijpen dat sommige mensen in het publiek in een staat van diepe concentratie verkeren. Luisteren is bij hen naar binnen gericht en die focus draagt veel bij aan een voorstelling. Soms valt het me op dat enkele leden uit het publiek niet applaudisseren aan het eind van het concert, maar nadien komen ze wel backstage om ons te bedanken.

 

interview door Lalina Goddard, beeld © Marco Borggreve


 

kom naar de concerten met Barbara Hannigan

Wil je meer te weten komen over Barbara Hannigan en haar visie op muziek? Reserveer dan een plekje voor de documentaire I'm a creative animal op 17.03 in samenwerking met Bozar Cinema.

Laatste concerten

No results found