HAPPY BIRTHDAY PIAZZOLLA!

SONICO

SONICO’s derde album: Piazzolla - Rovira: The Edge of Tango

"Dit is het exacte punt waarop moderne tango werd geboren, er is geen weg meer terug, dit is het begin van de laatste grote omwenteling binnen de tango" - Carlos Kuri, Piazzolla: La musica limite

Het Octeto Buenos Aires, in 1955 opgericht door de Argentijnse componist Astor Piazzolla, staat bekend als een pionier in de ontstaansgeschiedenis van een nieuw genre, ‘tango nuevo’, een frisse benadering van de tangomuziek die tot dan toe hoofdzakelijk werd gedomineerd door de ‘orquesta tipicas’ uit de jaren 1930 en 1940. Het was nochtans geen eenmansrevolutie. SONICO’s project wil graag een bredere invalshoek bieden op deze vernieuwende beweging via de figuur van argentijnse componist Eduardo Rovira en het Octeto La Plata.

Het overgrote deel van de partituren van de Agrupacion de Tango Moderno werd vernield tijdens de meest recente overstroming van 2013 in La Plata (Argentinië) en Piazzolla heeft zijn eigen ‘Octeto Buenos Aires’-muziek zelf verbrand in Punta del Este (Uruguay). Met dit programma wil SONICO de grotendeels verloren gegane partituren van Octeto Buenos Aires en het Octeto La Plata. opnieuw herstellen.

Piazzolla en Rovira stonden slechts één keer samen op het podium, op 8 maart 1966 in zaal Gotàn. Die avond zorgden Astor Piazzolla en Eduardo Rovira voor één van de meest onvergetelijke hoofdstukken uit de muziekgeschiedenis van Buenos Aires. SONICO wil dit sleutelmoment dat beide avant-garde tango vernieuwers meer dan 50 jaar geleden éénmalig samenbracht graag nieuw leven inblazen.

tekst: Ariel Eberstein

 

Rovira en Piazzolla: een onechte onenigheid

Er wordt wel eens in de wandelgangen gezegd en gefluisterd dat er een zekere concurrentie tussen beiden heerste rond het punt wie van hen de eerste was om tango te moderniseren. Deze ogenschijnlijke rivaliteit heeft tot nog toe niets concreets en definitiefs bewezen, maar het onderwerp ervan vormt een goed uitgangspunt om de relatieve positie van beide meesters beter te bestuderen.

Het is interessant om de tango-ideëen van Rovira en Piazzolla als twee autonome, vernieuwende invalshoeken op de tangomuziek te bekijken, in sterk contrast tegenover de heersende tango-traditie. Losstaand van de uiteenlopende oorsprong en afzonderlijke verschillen in stijl, is het duidelijk dat we hier over parallele en onafhankelijke oeuvres spreken die zich sterk onderscheiden van de traditie. 

Het keerpunt in de radicalisering van de vernieuwing van de tango, ‘nuevo tango’ genoemd door Astor en ‘tango moderno’ door Eduardo, was 1960. Het speelveld voor traditionele tango was sterk veranderd en internationale mogelijkheden lagen niet voor het grijpen. Geen van beide muzikanten zou er veel werk bij inschieten, artistiek gesproken konden ze elk risico nemen dat ze maar wilden en zo brachten ze de komende vijf jaar door: ze smeedden een nieuwe tangomuziek uit de prestigieuze decadentie van de vorige generatie. We spreken hier over twee tango intellectuelen die vastberaden waren om te blijven werken aan de creatie van een tango die op dat moment nog niet bestond.

Het is verrassend hoe parallel de afzonderlijke parcours van Rovira en Piazzolla lopen. Niettegenstaande hebben ze mekaar slechts eemaal ontmoet. Rovira had veel bewondering voor Piazzolla, en stak dat ook niet onder stoelen of banken. Piazzolla beschouwde Rovira als een waardevolle vernieuwer en had een groot respect voor hem, en refereerde vaak op deze manier naar zijn collega. Ze maakten beiden deel uit van hetzelfde nachtelijke muziekcircuit van Buenos Aires. Beiden maakten hun beste werk in de jaren 60 en dat was de meest interessante muziek die ooit was uitgebracht in Argentinië.

tekst: Omar Garcia Brunell