Alexandre Tharaud & Angélique Kidjo
Alexandre Tharaud & Angélique Kidjo
/ Bozar, Henry Le Boeuf Zaal

Alexandre Tharaud & Angélique Kidjo

les mots d’amour

niets biedt mensen meer troost dan woorden van liefde

 interview met angélique kidjo & alexandre tharaud

In het recital Les mots d’amour brengen popzangeres Angélique Kidjo en klassiek pianist Alexandre Tharaud hulde aan Édith Piaf, Joséphine Baker en Serge Gainsbourg. Een dubbelinterview.

Het recital rond een piano-zangduo heeft zo zijn bekoorlijkheid, maar leent zich ook uitstekend tot knallende allianties. En dat geldt ook voor de explosieve Angélique Kidjo, de afropopzangeres die als een tornado over de podia raast, en de poëtische Alexandre Tharaud, de klassieke pianist die weg is van de barok en Barbara. De ene heeft het repertoire van heel wat iconen al onder handen genomen, en de andere heeft zowel Bénabar als Natalie Dessay begeleid. Dankzij hun passie voor het Franse chanson delen ze nu het podium en vergasten ze ons op Les Mots d’amour: een verhaal van taal, van stemmen, van energie.

Hoe is Les mots d’amour ontstaan?

Alexandre Tharaud: In 2020 heeft Angélique me gevraagd om, ter gelegenheid van het Festival de Saint-Denis, Emmenez-moi en Soleil noir, twee liedjes van Barbara, te vertolken. Onze huidige samenwerking is als het ware een natuurlijk voortvloeisel van ons samenspel in de basiliek.

Angélique Kidjo: We wilden het met behulp van woorden hebben over het onuitputtelijke thema van de liefde in de ruimste zin. Niets biedt de mensen meer troost dan woorden van liefde, en na de lockdown was dat des te meer het geval.

Hoe staan jullie tegenover het Franse chanson?

A.K.: Ik ben helemaal weg van de Franse taal. In Benin speelde mijn vader banjo en zong hij liedjes van Aznavour en andere muzikanten die toen populair waren. Mijn zus noteerde alle teksten in een groot muziekschrift. Toen ik negen was, zong ik Ce soir je serai la plus belle pour aller danser van Sylvie Vartan en dat vatte ik letterlijk op: in mijn hoofd trok ik naar het bal! In het Frans zingen is altijd een kinderdroom gebleven.

A.T.: Mijn vader was bariton in de operette, en mijn grootvader zong in brasseries. Ik ben dus al van kindsbeen af omgeven door de populaire muziek. Als tiener heb ik me dan vooral laten meevoeren door Barbara. Telkens als ze in Parijs was, ging ik haast elke avond naar haar kijken. Als pianist hol je je hele leven achter de menselijke stem aan. De zangers zijn onze meesters en we proberen hen te imiteren. Telkens als ik met Angélique heb samengewerkt, krijg ik de volgende dag Chopin of Mozart beter gespeeld.

Komt Barbara ook aan bod?

A.T.: Paradoxaal genoeg niet, nee. We hebben een twintigtal liedjes gekozen. Nu eens zijn die vrolijk en sprankelend, en dan weer ademen ze droefheid. We brengen zowel hits van Piaf, Joséphine Baker en Nougaro, die we hebben bewerkt, als minder voor de hand liggende nummers, zoals Les bleus van Gainsbourg en Les mots d’amour, een lied van Jacqueline François uit de jaren 1950. Daarnaast vertolken we ook twee recentere liedjes, meer bepaald van Dominique A en Pierre Lapointe.

A.K.: De liedjes die we hebben geselecteerd verwijzen stuk voor stuk naar de actualiteit. Il n’y a pas d’amour heureux, bijvoorbeeld, is een verzetsgedicht van Aragon dat door Brassens op muziek is gezet en over de oorlog gaat. Natuurlijk denk je daarbij aan wat er nu in Oekraïne gebeurt.

Zijn er liedjes die jullie bijzonder na aan het hart liggen?

A.K.Lily van Pierre Perret vertelt mijn eigen verhaal en raakt me dan ook echt. Ik heb het gehoord toen ik in 1983 in Frankrijk aankwam. Het verhaal van de immigrante is ook een beetje mijn verhaal. Ik heb geen bloemkolen verkocht, maar ik ben wel huishoudster, kapster en kinderoppas geweest. Ik ben om politieke redenen uit Benin vertrokken. Ik heb geleden onder het afscheid, en ik ben bang geweest toen ik geen nieuws van mijn ouders meer kreeg. Als ik het lied zing, moet ik echt focussen om niet overweldigd te raken. Met Les mots d’amour van Piaf is het net zo. Iedereen kent de pijn die het afscheid van een geliefde met zich meebrengt. Alex weet het intussen ook: de helft van de keren laat ik me zo meeslepen door het lied dat ik het slecht zing!

A.T.: In dit recital ben ik vooral ondersteboven van de chansons van Piaf. Een eeuw na datum hang je een andere stijl aan, maar ze lijken wel voor jou geschreven te zijn.

“Angélique betreedt het podium met een vanzelfsprekendheid die alles op haar pad wegveegt:
het is geen golf, het is een vulkaan!”
Alexandre Tharaud

Wat vinden jullie het fijnst aan deze samenwerking?

A.K.: Ik vind het geweldig dat Alexandre niet alleen een pianist is, maar ook een muzikant die zingt met zijn piano. Hij draagt me, hij trekt me naar zich toe en laat me los … Je kunt het vergelijken met een golf die zowel minimalistisch is als overloopt van emotie. We praten ook veel, we wisselen van gedachten en hebben interessante discussies. Het gesprek valt nooit stil. We zijn complementair. We delen die woorden van liefde met het grootste gemak.

A.T.: Het gaat in de eerste plaats om de liefde voor een stem, en die van Angélique weet me al lang mee te voeren. Ik heb intussen ook haar innerlijke energie ontdekt. Ik zeg vaak dat ik me op het podium beter voel dan bij mij thuis of in het gezelschap van vrienden: in het geval van Angélique mag je dat gevoel waarschijnlijk met duizend vermenigvuldigen. Ze stapt het podium op met een soort vanzelfsprekendheid die alles op haar pad wegveegt: het is geen golf, het is een vulkaan! Op het podium is ze al net zo rechtuit als in het echte leven. Ze verbergt niks en gaat recht op haar doel af. Zodra de eerste noten weerklinken, gaan we ertegenaan, zonder ons nog vragen te stellen.

Anne Berthod
Overgenomen en vertaald met de toestemming van de schrijfster en van Télérama

Laatste concerten

No results found