fatoum

Izran Revisited! en Chaabi Habibi

Lees het interview met Fatoum en Laïla Amezian

Op 10 maart 2024 komt er een einde aan het vierjarige traject Musikaa, made in.by molenbeek. Vier jaar lang sloegen Klarafestival, Bozar en tal van Molenbeekse partners de handen in elkaar voor een jaarlijks muziekfeest met lokaal creatief talent. Een mooie gelegenheid om in gesprek te gaan met Fatoum en Laïla Amezian, bezielers van de projecten Izran Revisited! en Chaabi Habibi.

 

Jullie werken allebei rond Marokkaanse muzikale tradities die oorspronkelijk mondeling door vrouwen doorgegeven werden. Van wie hebben jullie deze traditie meegekregen?

Fatoum: Izran, de gezongen poëzie uit Noord-Marokko, is een populaire traditie. Ik ontdekte ze in mijn geboortedorp Tafersit. Het is een traditie die bij mijn oma thuis nog springlevend was. Als kind werd ik vooral geraakt door de expressievrijheid ervan. In izran kunnen vrouwen een heel scala aan emoties en onderwerpen uitdrukken, van het dagelijks leven tot erotiek, of politieke boodschappen. 

Laïla: In tegenstelling tot Fatoum ben ik in België geboren. Thuis was muziek alomtegenwoordig, in alle stijlen, van Arabisch-Andalusische muziek tot de 'jbala' uit het Noord-Marokkaanse gebergte, of de liedjes van de grote Egyptische filmsterren zoals Oum Kalthoum. Ik hield van de momenten waarop mijn moeder met andere vrouwen samenkwam om chaabi-muziek te zingen. Zoals Fatoum net vertelde, konden zij tijdens deze momenten al zingend en dansend over alles praten, van hun privéleven tot hun zorgen.

   

Hoe zijn jullie op het idee gekomen om de projecten Izran Revisited! en Chaabi Habibi op te zetten?

Fatoum: In de jaren ‘70 en ‘80 hebben de arabisering en de opkomst van een radicalere islam in Marokko geleid tot de onderdrukking van de Amazigh-cultuur en de praktijk van izran. Ook hier, in Brussel, werden vrouwen zwijgzaam. Daarom vond ik het belangrijk om deze traditie in ere te houden. Dankzij het Musikaa-project in het kader van het Klarafestival deed zich de kans voor om de izran-praktijk te onderzoeken en nieuw leven in te blazen via een reeks workshops en concerten.

Laïla: Toen mijn moeder stilaan haar geheugen begon te verliezen, zong ik instinctief chaabi-liederen voor haar. Het groeide uit tot een vast ritueel. Ik merkte dat ik het repertoire eigenlijk niet goed kende, en zo zocht ik opnieuw aansluiting met de muzikale en culturele geschiedenis van mijn thuisland; ik wilde die traditie in leven houden. Omdat er geen instellingen zijn waar je deze liederen kunt leren, heb ik workshops opgezet in Espace Senghor, samen met vrouwen van Marokkaanse afkomst. Zo konden zij mij dit erfgoed aanleren. Daarna ging ik naar Marokko, waar ik een groep vrouwen ontmoette die geraakt waren door dit project en die zich voor me open stelden. Vanuit een verlangen om participatieve en collaboratieve projecten te creëren rond deze chaabi-traditie groeiden de workshops verder uit en werd het koor Fatmas de Belgica geboren.

 

Waarom is het zo belangrijk voor jullie om dit culturele erfgoed door te geven aan toekomstige generaties in Brussel? 

Laïla: Dit erfgoed maakt vandaag deel uit van het Belgische culturele landschap, en ik vind het belangrijk dat we weten waarover we spreken wanneer we het hebben over een bepaalde muzikale cultuur.

Fatoum: Als het over Marokkaanse muziek gaat, hebben we het vaak over Oriëntaalse muziek. Maar er zijn enorm veel muzikale variëteiten en stijlen, de ene al rijker dan de andere. Er bestaat nog steeds een zekere minachting voor de Riffijnse gemeenschap, zelfs vanuit de Marokkaanse staat. Het Berberse Nieuwjaar wordt bijvoorbeeld pas sinds 2023 erkend als officiële feestdag. Hoog tijd dus om onze cultuur in een positief daglicht te stellen. Bovendien hebben de Riffijnse tradities weinig te maken met het geschreven woord en worden veel verhalen mondeling doorverteld. Izran is dus meer dan een muziekstijl; het is ook sociologisch en antropologisch erfgoed. De herwaardering van deze traditie draagt bij aan onze culturele rijkdom en verruimt ons blikveld.

Laila: Het is belangrijk om de Marokkaanse cultuur te desoriëntaliseren en haar haar echte identiteit terug te geven. Via deze muzikale praktijken vertellen we ons verhaal, een verhaal dat bijna in de vergetelheid geraakt is. Fatoum en ik willen de Marokkaanse gemeenschap die hier woont opnieuw in contact brengen met haar geschiedenis én een plaats geven in de Belgische samenleving.

laila

Zijn alle deelnemers van Marokkaanse origine?

Fatoum: Voor de izran-ateliers is dat het geval. Sommigen zijn net vanuit het Rifgebergte naar België verhuisd en hadden al een band met izran. Een andere groep vrouwen is hier geboren en getogen. Zij hoorden hun grootmoeders over izran vertellen. De ontmoeting tussen deze twee groepen groeide uit tot een bijzonder bondgenootschap. 

Laïla : Aanvankelijk wilde ik vooral met vrouwen van Marokkaanse afkomst werken, maar door hun terughoudendheid om Chaabi buiten de privésfeer te beoefenen, stelde ik het project ook open voor andere vrouwen en muzikanten. Zo onstond B'net Chaabi, een groep vrouwelijke zangers en percussionisten die onder andere tijdens bruiloften optreden. Dankzij dit project worden de vrouwen erkend als artiesten.

 

Vorig jaar namen voor het eerst ook mannen deel aan het project Izran Revisited!. Hoe verliep dat?

Fatoum: Voor de tweede editie van Izran Revisited! wilden we de genderkwestie aankaarten. We vroegen ons af of deze praktijk uitsluitend voorbehouden was aan vrouwen. In de geschiedenis van izran hebben mannen zich het gebruik toegeëigend toen vrouwen in de jaren ‘80 steeds meer afwezig werden. Oorspronkelijk werd izran gezongen met begeleiding van een ‘adjoun’ (een trommel). Later kwamen daar onder invloed van mannen ook gitaren bij. En tijdens de vorige editie van Klarafestival hebben mannen de zangeressen op het podium begeleid.

 

Hoe reageerde het publiek?

Fatoum: Het was een buitengewone ervaring. Tijdens de eerste concerten in Molenbeek kwam de boodschap goed over. We voelden dat de jongere generatie er erg voor open stond om hun eigen cultuur te heroveren. We kregen veel steun, zelfs van de Riffijnse partners van de vrouwen die op het podium stonden. In andere buurten waren de reacties dan weer minder positief. Onze projecten en vragen zijn dus nog heel relevant.

 

Zijn er onderweg nog andere obstakels opgedoken?

Laïla : Soms weigerden vrouwen om zo open en bloot gezien te worden op het podium. Sommigen wilden ook niet met mannen werken. Ze wilden gewoon deelnemen aan concerten van vrouwen voor een vrouwelijk publiek. 

Fatoum: Er hebben ook een aantal deelnemers afgehaakt omdat hun familie zich ertegen verzette. 

Laïla : Met B'net Chaabi probeer ik vrouwen heel verschillende ervaringen mee te geven. Sinds twee jaar geven we ook workshops op scholen. Meestal is dat een heel positieve ervaring. Maar soms krijgen we negatieve reacties, bijvoorbeeld van jonge mannen die bezwaar hebben tegen het feit dat vrouwen zingen of muziek maken. Bijzonder is dat jonge meisjes hierop reageren. Dat onze projecten het debat openen, toont aan dat we op de goede weg zijn. 

 

Jullie Musikaa-reis begon in 2022 en komt binnenkort tot een einde tijdens Klarafestival 2024. Hoe zien jullie de toekomst?

Laïla: Tijdens deze hele reis is de steun van partners als Met-X en de Vaartkapoen van groot belang geweest. Het heeft me in staat gesteld om na te denken welke plaats chaabi-muziek in ontmoetingen met andere muzikale werelden kan hebben. En dankzij deze partners kunnen we onze zoektocht verderzetten. 

Fatoum: Deze eerste ervaring heeft ons inderdaad in staat gesteld om op onderzoek te gaan en het debat op gang te brengen. Maar het is nog maar een begin. De culturele bruggen staan nog maar net in de stellingen. Mijn doel is om Marokkaanse vrouwelijke kunstenaars in de schijnwerpers te zetten en hen de middelen te geven om nog verder te gaan. Ik hoop van harte dat de praktijk van izran opnieuw kan klinken in de huiskamers en daarna in de publieke ruimte. 

Laïla: Ik droom van een echte Chaabi-academie, om deze cultuur ook naast de concerten te doen heropleven.

Fatoum: Laïla en ik zijn ons ook bewust geworden van de overeenkomsten tussen onze twee muzikale praktijken. We delen dezelfde visie, dezelfde wensen. Wie weet werken we de komende jaren wel samen aan een nieuw project?

 

Interview door Aurélie Walschaert

Laatste concerten

No results found