Bayerisches Staatsorchester - Jurowski Vladimir

Bayerisches Staatsorchester

britten, debussy & ravel

Bayerisches Staatsorchester
Bozar, Henry Le Boeuf Zaal
Voorwoord

Beste festivalbezoeker,

 

De afgelopen maanden koesterden we de hoop om in maart 2022 opnieuw een live festival te organiseren. Vandaag is die droom werkelijkheid geworden. Met veel plezier verwelkomen  we jullie, ons publiek, opnieuw op Klarafestival, het grootste omroepfestival van het land. 

 

Muziek beleven is van oudsher een collectieve gebeurtenis. Hoe muziek vandaag nog steeds die rol binnen een gemeenschap vervult, hebben we de voorbije tijd allemaal gevoeld. Concertzalen zijn ontmoetingsplekken, collectieve luisterplekken waar we samen vieren, verwonderd raken, ontdekken. Precies dat fysieke samenzijn inspireerde het motto van deze editie: ‘Let’s stick together’. 

 

Met maar liefst 25 concerten in Brussel, Antwerpen en Brugge presenteren we dit jaar een al even divers programma. Zoals steeds halen we de muzikale wereldtop naar Vlaanderen, zoals pianolegende Maurizio Pollini, het Bayerisches Staatsorchester of het Orchestra of the Age of Enlightenment. Kom luisteren naar muziekmonumenten als Bachs Johannespassie, Campra’s Requiem of Sjostakovitsjs Zevende. Maar bij Klarafestival ontdek je even goed iets nieuws. Zo zet een jong artistiek team zijn tanden in Schnittkes ballet Peer Gynt, gaat regisseur Luigi De Angelis aan de slag met muziek van Scarlatti, Pärt en Andriessen, en tovert Les Tanneurs zich om tot een artificieel strand voor de opera-performance Sun & Sea

 

Het Bayerisches Staatsorchester onder leiding van Vladimir Jurowski mag zich absoluut rekenen tot die wereldtop. Vanavond brengt het orkest enkele bijzondere werken uit de 20e eeuw, die meer met elkaar gemeen hebben dan op het eerste gezicht lijkt. Uit angst voor het groeiende patriottisme verbleef Britten enkele jaren in de Verenigde staten, waar hij de liedcyclus Les illuminations schreef op gedichten van de Franse symbolistische schrijver Rimbaud. De brede waaier aan kleuren die Britten in deze geheimzinnige liederen uit zijn pen tovert, wordt zonder twijfel subliem vertolkt door coloratuursopraan Sabine Devieilhe. Als herboren keerde Britten terug naar Engeland om een van de grootste operacomponisten van zijn generatie te worden. Van de succesvolle opera Peter Grimes destilleerde hij de prachtige Four Sea Interludes. Britten deelde zijn aantrekking tot het Franse symbolisme met Debussy, wiens opera Pelléas et Mélisande een mijlpaal is in de muziekgeschiedenis. In de orkestsuite samengesteld door Vladimir Jurowski klinkt de opera (nu zonder de symbolistische toneeltekst van Maeterlinck) zo mogelijk nóg mysterieuzer. Afsluiten doet het Bayerisches Staatsorchester met muziek van Ravel, een ander Frans boegbeeld uit de 20e eeuw. La Valse is een nostalgisch werk waarin Ravel zonder blozen een ode brengt aan Johann Strauss’ zwierige walsmuziek en de vergane glorie van de Weense balzalen.

 

Joost Fonteyne

Intendant Klarafestival

Programma

Bayerisches Staatsorchester

Vladimir Jurowski, conductor 

Sabine Devieilhe, soprano

 

co-production Klarafestival, Bozar

broadcasted on Klara (live)

presentation by Greet Samyn

 

flowers provided by Daniel Ost

chocolate gifts provided by Neuhaus

texts by Lalina Goddard

 

 

benjamin britten (1913-1976)

Peter Grimes - Four Sea Interludes, Op. 33a

  1. Dawn

  2. Sunday morning

  3. Moonlight

  4. Storm

 

Les illuminations, Op. 18

  1. Fanfare

  2. Villes

  3. a. Phrase
    b. Antique

  4. Royauté

  5. Marine

  6. Interlude

  7. Being Beauteous

  8. Parade

  9. Départ

 

interval

 

claude debussy (1862-1918)

Pelléas et Mélisande Suite (arr. Erich Leinsdorf)

  1. Une forêt (first act)

  2. Une fontaine dans le parc (second act, first scene)

  3. Les souterrains du château  (third act, second scene)

  4. Une chambre dans le château (fifth act)

 

maurice ravel (1875-1937)

La valse

Programmatekst

Britten aan weerszijden van het water

Het oprukkende fascisme, de vijandige muziekpers, zijn homoseksuele relatie met de tenor Peter Pears: Benjamin Britten (1913-1976) had redenen genoeg om Engeland in 1939 te ontvluchten. Samen met Pears zeilde Britten eerst naar Canada en vervolgens naar New York, waar hij de komende drie jaar verbleef. Tijdens zijn periode in de Verenigde Staten componeerde hij onder meer Les illuminations, op. 18. De negendelige liedcyclus voor solist en strijkorkest is een toonzetting op gedichten uit Arthur Rimbauds gelijknamige poëziebundel, Illuminations. Volgens Britten suggereert Rimbauds titel “zowel het visioen van een mysticus als een beeld in bonte kleuren”. Het is ook zo dat de componist de delen op muziek zette: als felgekleurde miniaturen en met een stem die bij momenten, zo lijkt het wel, spirituele oorden opzoekt. 

 

Britten heeft geen koperblazers nodig om het sonore beeld van een fanfare op te roepen. Eensluidend kondigen de uitbundige altviolen het begin aan van Les illuminations, als waren ze schallende trompetten. Het openingsdeel ‘Fanfare’ is vrijwel volledig instrumentaal, op één mysterieuze zin na: “J'ai seul la clef de cette parade sauvage” (“Alleen ik heb de sleutel tot deze wilde parade”). Met een muzikale bedrijvigheid verbeeldt het orkest in ‘Villes’ het rumoerige stadsleven. Het derde deel bestaat uit twee segmenten: in ‘Phrase’ scheppen de ijl klinkende violen een dromerige en verstilde sfeer, die omslaat in het daaropvolgende ‘Antique’. Een sensuele stem en pulserende violen begeleiden er Rimbauds homo-erotische gedicht over het goddelijke lichaam van “de gracieuze zoon van Pan”. Na het majestueuze en feestelijke vierde deel, ‘Royauté’, klinken de onstuimige zee en het woeste land door in het opzwepende ‘Marine’. Het zevende deel ‘Interlude’ creëert een moment van reflectie. Terwijl de strijkers broeden op de betekenis van dit alles, herinnert de protagonist aan de sleutelzin waarmee de cyclus begon. De muziek gaat over in het wederom erotisch getinte ‘Being beauteous’. Britten speelt er uitvoerig met kleuren en texturen die de woorden van Rimbauds poëzie verklanken, zoals de dwarrelende sneeuw in de violen of het contrast tussen het onheilspellende “mort” en het reikhalzende “sourde”. In het achtste en voorlaatste deel, ‘Parade’, beschrijft Rimbaud de raadselachtige, wilde stoet van demonen en ‘meester-jongleurs’ waartoe enkel hij de sleutel heeft. De cyclus besluit met het ontroerende ‘Départ’, waarin de protagonist berustend afscheid neemt.

 

Het was tijdens zijn ‘Amerikaanse jaren’ dat Britten zijn positie binnen de Engelse muziektraditie steeds meer vormgaf. Toen hij in april 1942 opnieuw voet aan wal zette in Engeland, wist hij hoe hij zich zou onderscheiden. Aan vriend en componist Michael Tippett liet Britten ontvallen: “Ik ben mogelijk een anachronisme. Ik ben [namelijk] een operacomponist, en dat is wat ik zal zijn, door en door.” Dat bewees hij met zijn eerste grote succes, Peter Grimes. De opera, voltooid in 1945, is gebaseerd op een 19e-eeuws gedicht van George Crabbe en verhaalt over de onsympathieke visser Peter Grimes, die beschuldigd wordt van de moord op een van zijn leerjongens. Samen met Pears en de librettist Montagu Slater werkte Britten aan een versie waarin Peter Grimes minder duidelijk de grote, immorele schurk is. In hun handen wordt Peter Grimes een geïsoleerd en tragisch figuur, veroordeeld en verstoten door een roddelzieke, intolerante maatschappij. De onderliggende boodschap van de opera handelt, in de woorden van de componist, over “de strijd van het individu tegen de massa. Hoe wreder de maatschappij, hoe wreder het individu.”

 

Uit de zes muzikale tussenspelen van de opera selecteerde Britten er vier die hij apart uitgaf als een orkestsuite, de Four Sea Interludes, op. 33a. ‘Dawn’ markeert de transitie van de proloog (waarin Peter Grimes verhoord wordt over de dood van zijn leerjongen) naar de eerste akte. Als een dunne zonnestraal snijden de violen door het onheilspellende landschap, geschilderd door de lage koperblazers. Het contrast is groot met het uitbundige ‘Sunday Morning’, waarin het ritmisch fonkelende zonlicht weerkaatst op de golven en de klokken van de kerktoren triomfantelijk luiden. In de blakende ochtendzon vergaart de menigte zich rond de hut van Peter Grimes, terwijl nu ook een tweede leerjongen om het leven komt. Het tussenspel ‘Moonlight’ opent de derde akte, waarin (nu twee dagen later) het lijk van Grimes’ tweede slachtoffer ontdekt wordt. Boven de rustig pulserende golven valt de regen in druppels neer. Britten besluit zijn orkestsuite met het tussenspel ‘Storm’ uit de eerste akte, waarin oorverdovend slagwerk en koperblazers het tumult verklanken dat zowel buiten als in Peter Grimes’ binnenste woedt.

 

Debussy’s symbolistische opera 

Claude Debussy schreef tijdens zijn leven, in tegenstelling tot Britten, slechts één opera. Wat de twee componisten wél met elkaar gemeen hadden, was hun affiniteit met het Franse symbolisme. Zocht Britten inspiratie in de poëzie van Rimbaud, dan vond Debussy aansluiting bij het boegbeeld van het symbolisme: de Belgische toneelschrijver Maurice Maeterlinck. In het avant-gardistische toneelstuk Pelléas et Mélisande schept Maeterlinck met het aloude verhaal van een gedoemde liefde een mysterieus universum, waarin de personages een mystieke beeldspraak hanteren vol poëtische symbolen en metaforen.

 

Debussy had al ettelijke pogingen ondernomen om muziek voor het theater te schrijven, maar geen enkele tekst was geschikt voor het muzikale experiment dat hij voor ogen had. Tijdens een interview in 1889 deed hij zijn ideale opera uit de doeken: "Twee met elkaar geassocieerde dromen: dat is het ideaal. Geen tijd, geen plaats. Geen grote scène [...] Ik droom korte gedichten: ontroerende scènes.” In de symbolistische taal van Maeterlinck vond Debussy eindelijk de sleutel waar hij al die tijd naar op zoek was. Debussy’s opera Pelléas et Mélisande (1902) zou een mijlpaal worden in de operageschiedenis. Over het werk meende componist André Messiaen dat “de diepgang van de menselijke gevoelens” en “het domein van het onderbewustzijn” nooit eerder zo in muziek waren gevat. Vanavond bundelt dirigent Vladimir Jurowski enkele instrumentale delen uit de opera tot een al even mysterieuze orkestsuite.

 

Ravels ode aan Johann Strauss II

Al in 1906 had Maurice Ravel (1875-1937) het plan opgevat om een ode te schrijven aan de walsende muziek van Johann Strauss II. “Je weet hoezeer deze prachtige ritmes mij aantrekken en hoezeer ik de joie de vivre waardeer die uit deze dans spreekt”, schreef Ravel over de Weense wals aan een muziekcriticus. Het muzikale idee waar hij in de loop der jaren met tussenpozen aan gewerkt had, was "een soort apotheose van de Weense wals, vermengd met, in mijn gedachten, de indruk van een fantastische, fatale werveling". Toen Sergej Diaghilev in 1920 een ballet bij de componist bestelde, leek het er eindelijk van te komen. Maar toen Ravel zijn werk voor het eerst voorspeelde vanachter zijn piano, wees de Russische mecenas de commissie af omdat het volgens hem geen ballet, maar “de voorstelling van een ballet” was.

 

La Valse ging daarom aanvankelijk niet als ballet, maar als orkestwerk in première. Toch had Ravel een eigen visuele voorstelling van zijn compositie, die hij opnam als voorwoord in de partituur: “Doorheen de wervelende wolken kunnen we vaag walsende koppels onderscheiden. Geleidelijk aan verdwijnen de wolken en ontwaart men […] een immense zaal met een wervelende menigte. Het tafereel wordt langzamerhand verlicht. Het licht barst uit de kandelaars […]. Gesitueerd in een keizerlijk hof, omstreeks 1855.”

Biografie

Vladimir Jurowski

De internationaal gerenommeerde Russische dirigent Vladimir Jurowski werkte reeds met vermaarde orkesten als het Concertgebouworkest en de Wiener Philharmoniker. Hij bekleedde de functies van Eerste Kapellmeister van de Komische Oper in Berlijn, was muzikaal directeur van het Glyndebourne Festival, alsook chef-dirigent van het London Philharmonic Orchestra, waar hij zopas benoemd werd tot ‘Conductor Emeritus’. Daarnaast is hij Principal Artist van het Orchestra of the Age of Enlightenment en leidt hij sinds 2021 de Bayerische Staatsoper.

 

Sabine Devieilhe

De Franse sopraan Sabine Devieilhe maakte lovende debuten op het Festival van Aix-en-Provence in 2012 als Serpetta (La Finta giardiniera) en op Gyndebourne in 2015 als Vuur/Prinses/Nachtegaal (L’enfant et les sortilèges). Sindsdien zong ze talrijke rollen bij gerenommeerde operahuizen, zoals de Koningin van de Nacht (Die Zauberflöte), Euridice (Orfeo ed Euridice) en Mélisande (Pelléas et Mélisande). Recente hoogtepunten zijn haar vertolking van Ophélie (Hamlet) in de Opéra Comique en van Morgana (Alcina) in de Opéra de Paris. 

 

Bayerisches Staatsorchester

Het Bayerisches Staatsorchester mag zich rekenen tot de muzikale wereldtop. Van de vele componisten waarmee het orkest samenwerkte, is Richard Wagner misschien wel de meest eminente, met de historische premières van Tristan und Isolde (1865), Die Meistersinger von Nürnberg (1868), Das Rheingold (1869) en Die Walküre (1870). Veel van de belangrijkste muzikale persoonlijkheden van hun tijd hebben het orkest geleid, waaronder Richard Strauss, Hermann Levi, Kent Nagano en, sinds 2021, Vladimir Jurowski

Extra

19:30 - 19:50

Klarafestival LOUNGE

Inleiding door dramaturge Lalina Goddard

 

22:00 - 23:00

Klarafestival LOUNGE 

Schuif aan in de Klarafestival LOUNGE voor een drankje en een babbel.

Liedteksten

Benjamin Britten, Les illuminations, op. 18

1. Fanfare

J'ai seul la clef de cette parade sauvage.

 

[NL]

Ik alleen heb de sleutel tot deze wilde parade.

 

2. Villes

Ce sont des villes! C'est un peuple pour qui se sont montés ces Alleghanys et ces Libans de rêve! Des chalets de cristal et de bois se meuvent sur des rails et des poulies invisibles. Les vieux cratères ceints de colosses et de palmiers de cuivre rugissent mélodieusement dans les feux…Des cortèges de Mabs en robes rousses, opalines, montent des ravines. Là-haut, les pieds dans la cascade et les ronces, les cerfs tettent Diane. Les Bacchantes des banlieues sanglotent et la lune brûle et hurle. Vénus entre dans les cavernes des forgerons et des ermites. Des groupes de beffrois chantent les idées des peuples. Des châteaux bâtis en os sort la musique inconnue…Le paradis des orages s'effondre…Les sauvages dansent sans cesse la fête de la nuit…

Quels bons bras, quelle belle heure me rendront cette région d'où viennent mes sommeils et mes moindres mouvements?

 

[NL]

Dit zijn steden! Dit is een volk voor wie deze Alleghany’s en Libanons van dromen zijn gebouwd! Chalets van kristal en hout bewegen op onzichtbare rails en katrollen. Oude kraters omringd met kolossen en koperen palmen bulderen melodieus in de vuren… Processies van Mabs in rode, opaalachtige jurken klimmen omhoog uit de ravijnen. Daarboven, met de voeten in de waterval en de braamstruiken, worden de herten gezoogd door Diane. De Bacchanten van de buitenwijken snikken en de maan brandt en jankt. Venus betreedt de grotten van smeden en kluizenaars. Klokkentorens bezingen de ideeën van de volkeren. Vanuit kastelen gemaakt van beenderen klinkt onbekende muziek... Het paradijs van stormen stort in... De wilden dansen onophoudelijk het feest van de nacht…

Welke goede armen, welk mooi uur zal mij deze streek teruggeven vanwaar mijn slaap en mijn geringste bewegingen komen?

 

3a. Phrase

J'ai tendu des cordes de clocher à clocher; des guirlandes de fenêtre à fenêtre; des chaînes d'or d'étoile à étoile, et je danse.

 

[NL]

Ik heb koorden gespannen van klokkentoren naar klokkentoren; guirlandes van venster naar venster; gouden ketens van ster naar ster, en ik dans.

 

3b. Antique

Gracieux fils de Pan! Autour de ton front couronné de fleurettes et de baies, tes yeux, des boules précieuses, remuent. Tachées de lies brunes, tes joues se creusent. Tes crocs luisent. Ta poitrine ressemble à une cithare, des tintements circulent dans tes bras blonds. Ton cœur bat dans ce ventre où dort le double sexe. Promène-toi, la nuit, en mouvant doucement cette cuisse, cette seconde cuisse et cette jambe de gauche.

 

[NL]

Gracieuze zoon van Pan! Rond jouw voorhoofd gekroond met bloemetjes en bessen, bewegen jouw ogen, die kostbare bollen. Je met bruine droesem bevlekte wangen zijn ingevallen. Je hoektanden blinken. Je borst is als een sitar, tinkelend in je blonde armen. Jouw hart klopt in deze buik waar de tweeslachtigheid slaapt. Dwaal ’s nachts rond en beweeg zachtjes deze dij, die andere dij beweegt en dat linkerbeen.

 

4. Royauté

Un beau matin, chez un peuple fort doux, un homme et une femme superbes criaient sur la place publique: "Mes amis, je veux qu'elle soit reine!" "Je veux être reine!" Elle riait et tremblait. Il parlait aux amis de révélation, d'épreuve terminée. Ils se pâmaient l'un contre l'autre.

En effet ils furent rois toute une matinée où les tentures carminées se relevèrent sur les maisons, et toute l'après-midi, où ils s'avancèrent du côté des jardins de palmes.

 

[NL]

Op een mooie morgen, te midden van een zeer zachtaardig volk, riepen een voortreffelijke man en vrouw op het openbare plein: "Mijn vrienden, ik wil dat zij koningin wordt! "Ik wil koningin worden!" Ze lachte en beefde. Hij sprak tegen zijn vrienden over openbaring, over een volbrachte beproeving. Ze vielen in zwijm, de een tegen de ander.

Zij waren inderdaad een hele ochtend koningen, toen de karmozijnrode gordijnen voor de huizen werden opgetrokken, en de hele namiddag, toen zij voortgingen in de richting van de palmtuinen.

 

5. Marine

Les chars d'argent et de cuivre—
Les proues d'acier et d'argent—
Battent l'écume,—
Soulèvent les souches des ronces.
Les courants de la lande,
Et les ornières immenses du reflux,
Filent circulairement vers l'est,
Vers les piliers de la forêt,
Vers les fûts de la jetée,
Dont l'angle est heurté par des tourbillons de lumière. 

 

[NL]

De wagens van zilver en koper—
De stalen en zilveren boegen—
Slaan op het schuim,—
Heffen de stronken van de bramen.
De stromingen van de heide,
En de immense wagensporen van de eb,
Vluchten in cirkels naar het oosten,
Naar de pilaren van het bos, —
Naar de pijlers van de pier,
Waarvan de kop geramd wordt door tornado’s van licht.

 

6. Interlude

J'ai seul la clef de cette parade sauvage.

 

[NL]

Ik alleen heb de sleutel tot deze wilde parade.

 

7. Being Beauteous

Devant une neige un Être de Beauté de haute taille. Des sifflements de morts et des cercles de musique sourde font monter, s'élargir et trembler comme un spectre ce corps adoré: des blessures écarlates et noires éclatent dans les chairs superbes. Les couleurs propres de la vie se foncent, dansent, et se dégagent autour de la Vision, sur le chantier. Et les frissons s'élèvent et grondent, et la saveur forcenée de ces effets se chargeant avec les sifflements mortels et les rauques musiques que le monde, loin derrière nous, lance sur notre mère de beauté, —elle recule, elle se dresse. Oh! nos os sont revêtus d'un nouveau corps amoureux.

O la face cendrée, l'écusson de crin, les bras de cristal! Le canon sur lequel je dois m'abattre à travers la mêlée des arbres et de l'air léger!

 

[NL]

Voor een sneeuw een Wezen van Schoonheid, hoog oprijzend. Gesis van de dood en kringen van gedempte muziek doen dit aanbeden lichaam rijzen, uitdijen en trillen als een schim; de bloedrode en zwarte wonden barsten open in het sublieme vlees. De kleuren van het leven zelf verdonkeren, dansen en lossen op rondom het Visioen, op de stelling. En de huiveringen rijzen op en grommen, en de uitzinnige smaak van deze impulsen wordt versterkt door het dodelijke gesis en de rauwe muziek, die de wereld, ver achter ons, uitstoot naar onze moeder van de schoonheid, – zij wijkt, zij richt zich op. Oh! onze beenderen zijn weer bekleed met een nieuw, verliefd lichaam.

 

8. Parade

Des drôles très solides. Plusieurs ont exploité vos mondes. Sans besoins, et peu pressés de mettre en œuvre leurs brillantes facultés et leur expérience de vos consciences. Quels hommes mûrs! Des yeux hébétés à la façon de la nuit d'été, rouges et noirs, tricolorés, d'acier piqué d'étoiles d'or; des facies déformés, plombés, blêmis, incendiés; des enrouements folâtres! La démarche cruelle des oripeaux! Il y a quelques jeunes…

O le plus violent Paradis de la grimace enragée!…Chinois, Hottentots, bohémiens, niais, hyènes, Molochs, vieilles démences, démons sinistres, ils mêlent les tours populaires, maternels, avec les poses et les tendresses bestiales. Ils interpréteraient des pièces nouvelles et des chansons "bonnes filles." Maîtres jongleurs, ils transforment le lieu et les personnes et usent de la comédie magnétique…

J'ai seul la clef de cette parade sauvage.

 

[NL]

Stevige narren. Velen hebben uw werelden geëxploiteerd. Zonder het nodig te hebben en niet van zins te woekeren met hun schitterende talenten en hun kennis van uw bewustzijn. Wat een rijpe mannen! Ogen verdwaasd als de zomernacht, rood en zwart, driekleurig, staalblauw met gouden sterretjes; verwrongen tronies, vaal, bleek, verhit; hese grapstemmen! De wrede opmars van sieraden! – Sommigen zijn jong... 

O, dat gewelddadige Paradijs van de razende grimas!... Chinezen, Hottentotten, bohémiens, uilskuikens, hyena’s, Molochen, oude laries, sinistere demonen, zij combineren de populaire, moederlijke maniertjes met bestiale aanstellerij en tederheid. Zij zijn bereid om nieuwe stukken en ‘brave’ liedjes te vertolken. Als meesterlijke jongleurs transformeren ze de plaats en de mensen en stellen ze de magnetische komedie in werking… 

Ik alleen heb de sleutel tot deze wilde parade.

 

9. Départ

Assez vu. La vision s'est rencontrée à tous les airs.
Assez eu. Rumeurs de villes, le soir, et au soleil, et toujours.
Assez connu. Les arrêts de la vie. O Rumeurs et Visions!
Départ dans l'affections et le bruit neufs!

 

[NL]

Genoeg gezien. Het visioen is zich in alle sferen tegengekomen.
Genoeg gehad. Het rumoer van de steden, ‘s avonds, en in de zon, en altijd.
Genoeg gekend. De haltes van het leven. – O Rumoer en Visioenen! Vertrek in genegenheid en in het nieuwe kabaal!

Leden orkest en/of koor

BAYERISCHES STAATSORCHESTER

 

FIRST VIOLINS

David Schultheiß, concertmaster

Arben Spahiu, associate concertmaster

Meghan Nenniger

Cäcilie Sproß

Dorothea Ebert

Alexander Kostin

Rita Kunert

Verena-Maria Fitz

Ginshi Saito

Michele Torresetti

Felix Key Weber

Yon Joo Kang

Dania Lemp

Clara Scholtes

Paula Borggrefe

Julia Kühlmeyer

 

SECOND VIOLINS

Michael Arlt, principal

Hanna Asieieva, associate principal 

Daniela Huber

Sylvie Heymann-Seidel

Katrin Fechter

Traudi Pauer

Markus Kern

Immanuel Drißner

Isolde Lehrmann

Janis Olsson

Gyujeen Han

Bomi Song

Milos Stanojevic

Karol Strzelecki

 

VIOLAS

Dietrich Cramer, principal 

Clemens Gordon, associate principal 

Florian Ruf

Christiane Arnold

Tilo Widenmeyer

Johannes Zahlten

Anne Wenschkewitz

Ruth Elelna Schindel

Wiebke Heidemeier

David Ott

Clara Holdenried

Martha Theres Windhagauer

 

CELLOS

Emanuel Graf, principal 

Allan Bergius, associate principal 

Benedikt Don Strohmeier, associate principal 

Oliver Göske

Rupert Buchner

Roswitha Timm

Clemens Müllner

Darima Tcyrempilova

Johannes Välja

Theresa Strasser

 

BASSES

Florian Gmelin, principal 

Alexander Rilling, associate principal 

Thomas Jauch

Reinhard Schmid

Thorsten Lawrenz

Thomas Herbst

Wieland Bachmann

Vicente Salas Ramirez

Harfe Gael Gandino

Sophia Litzinger

 

FLUTES

Paolo Taballione, principal

Christoph Bachhuber, associate principal 

Lisa Batzer

 

OBOES

Frédéric Tardy, principal

Simone Preuin

Marlene Gomes

 

CLARINETS

Markus Schön, principal

Jürgen Key

Martina Beck-Stegemann (bass clarinet)

 

BASSOONS

Fagott Moritz Winker, principal 

Martynas Sedbaras, associate principal 

Gernot Friedrich (contrabassoon)

 

HORNS

Horn Johannes Dengler, principal

Eva Lilla Fröschl

Christian Loferer

Casey Rippon

 

TRUMPETS

Andreas Öttl, principal

Frank Bloedhorn

Balász Drahos 

 

TROMBONES

 Sven Strunkeit, principal 

Thomas Klotz

Matthias Kamleiter

 

BASS TUBA

Daniel Barth

 

TIMPANI

Pauke Pieter Roijen, principal

 

PERCUSSION

Thomas März

Claudio Estay

Carlos Vera Larrucea

Carlos Rubio

Godwin Schmid

Tomàs Toral Pons 

Partners

main partners
Klara, KPMG, Nationale Loterij-meer dan spelen

festival partners
Brouwerij Omer Vander Ghinste, Interparking, Proximus, Yakult

public funding
BHG, Nationale Bank van België, Vlaamse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschapscommissie

cultural partners
Bozar, Concertgebouw Brugge, Davidsfonds, DESINGEL, Flagey, KVS, Muntpunt, Théâtre Les Tanneurs

official festival suppliers 
Brand it Fashion, Café Costume, Café Victor, Casada, Daniel Ost, Fruit at Work, Humus X Hortense, Harvest, Les Brigittines, Neuhaus, Pentagon, Piano’s Maene, Thon Hotels

media partners 
BRUZZ, BX1, Canvas, Clearchannel, De Standaard, Eén, La Libre, La Première, La Trois, Musiq3, Radio 1,  Ring TV, visit brussels