Of These, Hope

Of These, Hope

charpentier’s te deum & campra’s requiem

a nocte temporis, Chœur de Chambre de Namur
Bozar, Henry Le Boeuf Zaal
Programma

a nocte temporis

Chœur de Chambre de Namur

Reinoud Van Mechelen, haute-contre and artistic direction

Ilse Eerens, dessus

Guy Cutting, taille

Lisandro Abadie, bas

 

co-production Klarafestival, Bozar

 

flowers provided by Daniel Ost

chocolate gifts provided by Neuhaus

texts by Lalina Goddard

 

 

marc-antoine charpentier (1643-1704)

Te Deum in D major, H. 146

  1. Prélude (Marche en rondeau)

  2. Te Deum laudamus

  3. Te aeternum Patrem

  4. Pleni sunt caeli et terra

  5. Te per orbem terrarum 

  6. Tu devicto mortis aculeo

  7. Te ergo quaesumus 

  8. Aeterna fac cum sanctis tuis

  9. Dignare, Domine 

  10. Fiat misericordia tua 

  11. In te, Domine, speravi 

Motet pour les trépassés à 8, H. 311, "Plainte des âmes du Purgatoire”

 

andré campra (1660-1744)

Messe de Requiem

  1. Introïtus

  2. Kyrie

  3. Graduale

  4. Offertorium

  5. Sanctus

  6. Agnus Dei

  7. Post-Communio

Programmatekst

Charpentiers Motet pour les trépasses en Te Deum

Zijn hele carrière moest Marc-Antoine Charpentier (1643 – 1704) het onderspit delven voor de machtige Jean-Baptiste Lully, die als hofcomponist van de Zonnekoning een monopolie had over het Franse muziekleven. Na zijn dood raakte Charpentiers werk dan ook al gauw in de vergetelheid. Alles veranderde toen musicoloog Carl de Nys in 1953 zijn Te Deum herontdekte en de European Broadcast Union de prelude uitkoos tot hun themalied. Sindsdien vindt Charpentiers muziek alsmaar vaker de weg naar het podium en treedt de componist uit Lully’s schaduw als een van de grootsten uit de Franse barok.

Terwijl Lully als Italiaan uitblonk in de Franse stijl, was Charpentier als Fransman juist beïnvloed door de Italiaanse traditie. Op zijn achttiende trok Charpentier naar Rome, waar hij drie jaar studeerde bij de toen beroemde componist Giacomo Carissimi. Het waren Carissimi’s bijzonder expressieve melodieën en grillige harmonieën die een blijvende stempel drukten op het werk van de Fransman. Bij zijn terugkeer naar Parijs in 1670 nam Charpentier zijn intrek in een appartement van hertogin Marie de Guise. Als ‘artist in residence’ schreef hij verschillende Italiaans-geïnspireerde composities voor Mademoiselle de Guise, waaronder dramatische werken en motetten. Niet zelden reserveerde hij een glansrol voor de haute-contre (een hoge tenorstem), die hij als zanger-componist voor zijn rekening nam

Het is mogelijk dat ook het Motet pour les trépassés (‘motet voor de overledenen’) in opdracht van de hertogin is geschreven. Met het verlies van de hertog van Guise in 1671 en de hertogin van Orléans in 1672 brak een periode van diepe rouw aan voor de familie en was er nood aan begrafenismuziek. Het Motet pour les trépassés heeft als ondertitel 'Plaintes des âmes du purgatoire' (‘lamentaties van de zielen in het vagevuur’) en is een collage van citaten uit het boek Job. In de Hebreeuwse Bijbel wordt Job omschreven als een rijk man die door God zwaar op de proef wordt gesteld. Alles wordt hem afgenomen: zijn kinderen, zijn geld en zijn gezondheid. Het grootste deel van het boek is een dialoog tussen Job en zijn vrienden, die Jobs ongeluk zien als een bewijs van zijn zonden. Maar de tekst van het motet is een monoloog en focust op de pijn van de radeloze Job, die zich afvraagt waarom God hem zo hard straft. Charpentier zet Jobs klagende woorden op muziek door zachtjes jammerende stemmen af te wisselen met wanhopige kreten.

Charpentier bleef in dienst van Mademoiselle de Guise tot vlak voor haar dood, in 1688. Intussen maakte hij steeds meer naam in Parijs: hij sloot zich aan bij Molières toneelgezelschap (de ‘Troupe du Roy’) en componeerde herhaaldelijk sacrale muziek voor de Dauphin, de Franse kroonprins. Zijn groeiende reputatie was buiten de grote Lully gerekend, die het muzikale hofleven stevig in zijn greep hield en geen concurrentie duldde. Charpentier zocht zijn geluk daarom elders en verwierf faam als componist van sacrale muziek. Een hoogtepunt uit zijn carrière was de prestigieuze positie van maître de musique van St. Louis, de belangrijkste Jezuïetenkerk van Parijs. 

Het is in die tijd (tussen 1682 en 1692) dat Charpentier zijn Te Deum in D schreef, een grootschalige religieuze compositie of ‘grand motet’ voor solisten, koor en orkest. Het Te Deum bestaat uit 11 delen en opent met de bekende prelude, Marche en rondeau, dat vandaag het Eurovisiesongfestival inluidt. In de daaropvolgende delen voegen de verschillende solisten en het koor zich geleidelijk bij het overweldigende geheel. We weten niet precies voor welke gelegenheid Charpentier deze heldhaftige muziek componeerde. Misschien was het wel om de overwinning van de Fransen te vieren na de bloedige slag bij Steenkerke in 1692 of om de Vrede van Nijmegen uit 1678 te vieren. De strijdlustige toonaard van D (re groot) en de toevoeging van militaire trompetten en pauken moesten in ieder geval gevoelens van strijdlust en glorie aanwakkeren in de luisteraar. 
 

André Campra’s Requiem 

"Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd om de verfijndheid [délicatesse] van de Franse muziek te vermengen met de levendigheid [vivacité] van de Italiaanse muziek", schreef André Campra (1660-1744) in het voorwoord tot zijn eerste boek met cantates. Net als Charpentier was Campra een man van twee werelden: de Italiaanse en de Franse, maar ook de theatrale en de religieuze wereld. Hij schopte het van koorknaap van de kathedraal van Aix-en-Provence tot maître de musique van de Notre-Dame van Parijs en bouwde zo een carrière uit als componist van sacrale muziek. Tegelijkertijd koesterde hij een grote liefde voor het theater. Campra schreef opera’s en cantates in het geniep (uit angst voor de Kerk), die hij anoniem of onder de naam van zijn broer uitgaf. Al gauw was het een publiek geheim dat de kapelmeester van de Notre-Dame een dubbelleven leed en in totaal niet minder dan 27 opera’s op zijn naam had staan. Hij leefde op gespannen voet met de kerkelijke autoriteiten, totdat Lodewijk XV hem in 1718 de opmerkelijke prijs van 500 livres uitreikte als aanmoediging. Met de steun van het hof kreeg Campra uitdrukkelijk de toestemming om beide dromen na te jagen en in de laatste decennia van zijn leven coördineerde hij zowel de koninklijke kapel als de Opéra (toen de Académie royale de musique genaamd).

Met de Messe de Morts componeerde Campra, waarschijnlijk rond 1722, zijn enige requiem. Het werk is geschreven voor solisten, koor en orkest, met een afwisseling tussen aria’s of airs, récits (quasi-gesproken, declamatorische passages) en ensembles. Daarmee heeft Campra’s requiem zowel de imposante omvang als de contrasterende structuur van een grand motet. De zeven delen (Introïtus, Kyrie, Graduale, Offertorium, Sanctus, Agnus Dei en Post-Communio) beginnen elk met een instrumentale prelude en eindigen met een koor. Het Offertorium vormt, met zijn drie grote, eensluidende koorstukken, de kern van het requiem. Uniek is de muzikale symbiose die Campra in dit werk bereikt. De aria’s met hun syllabische zang (één noot per lettergreep) en korte, symmetrische frasen zijn typisch Frans, terwijl de wispelturige harmonieën en expressieve ritornello’s (muzikale tussenspelen) de Italiaanse stijl ademen. Ook religie en drama lijken wel met elkaar verenigd te zijn. Campra hult het requiem in een contemplatieve, haast mystieke sfeer, terwijl de contrastrijke orkestrale kleuren, vocale versieringen en pulserende ritmes het dramatische vuurwerk van een opera leveren.

Biografie

Reinoud Van Mechelen

In een mum van tijd bouwde de Belgische tenor Reinoud Van Mechelen een internationale carrière uit. In 2017 ontving hij de prestigieuze Caeciliaprijs als Jonge Muzikant van het Jaar. Vandaag deelt hij regelmatig het podium met vermaarde barokensembles als Collegium Vocale Gent, Le Concert Spirituel en Hespèrion XXI. Ook in de operawereld maakte hij zijn intrede, met o.a. de titelrol uit Rameaus Pygmalion, Tamino (Die Zauberflöte), Nadir (Les Pêcheurs de perles) en Ferrando (Così fan tutte). In 2016 richtte hij zijn eigen ensemble a nocte temporis op.

 

Ilse Eerens

De Belgische sopraan Ilse Eerens voltooide haar studies aan de Nieuwe Opera Academie in Amsterdam en Den Haag. Sindsdien is ze steevast te gast op internationale podia, waaronder het Theater an der Wien en de Philharmonie de Paris. Haar diverse operarepertoire reikt van Pamina (Die Zauberflöte) tot La Vièrge (Jeanne d’Arc au bûcher) en de titelrol van Janáčeks Sluwe Vosje. Recente hoogtepunten zijn o.m. Die Jahreszeiten met het Orkest van de Achttiende Eeuw en Mozarts Requiem met het Gulbenkianorkest o.l.v. Lorenzo Viotti.

 

Guy Cutting

De Britse tenor Guy Cutting voltooide zijn muziekopleiding aan het New College, Oxford. In 2013 ontving hij de American Bach Soloists' Jeffrey Thomas Award en momenteel is hij een Rising Star of the Enlightenment. Hij trad onder meer op met The Orchestra of the Age of Enlightenment, The Academy of Ancient Music en Collegium Vocale Gent. Hij is lid van het Damask Vocal Quartet en nam muziek van Scarlatti en Händel op bij het Avie label, Charpentier, Couperin, Blow en Mozart voor Novum en Gabriel Jackson’s Passion voor Delphian.

 

Lisandro Abadie

Musikhochschule Luzern. In 2006 ontving hij de Edwin Fischer Gedenkpreis. Hij deelde reeds het podium met ensembles als Les Arts Florissants, het Orchestra of the Age of Enlightenment en Les Talens Lyriques. Op het gebied van opera reikt zijn repertoire van Monteverdi tot hedendaagse muziek en in het bijzonder de muziek van Händel en Viktor Ullmann. Zijn talrijke opnames omvatten o.a. Händels Siroe, Lully's Phaëton en de madrigalen en vespers van Monteverdi.

 

Choeur de Chambre de Namur

Sinds zijn oprichting in 1987 verdedigt het Choeur de Chambre de Namur de muzikale erfenis van de eigen regio (Lassus, Arcadelt, Rogier, Du Mont,...), zonder evenwel het grote koorrepertoire uit het oog te verliezen. Het koor is een veelgevraagde gast op de meest gerenommeerde festivals van Europa en bracht reeds talloze opnames uit. Recente hoogtepunten waren Les Indes Galantes in de Opéra de Paris en de creatie van Goethes-Fragmente van de Belgische componist Michel Fourgon. Sinds 2010 is de artistieke directie in handen van Leonardo García Alarcón.

Liedteksten

Marc-Antoine Charpentier, Te Deum, H. 146

I. Prelude

 

II. Te Deum laudamus 

Te Deum laudamus: 

te Dominum confitemur.

 

[NL]

(bas)

Wij prijzen U, o God: 

Wij loven U, Heer.

 

III. Te aeternum Patrem 

Te aeternum patrem, omnis terra veneratur.

Tibi omnes Angeli: 

tibi caeli et universae potestates.

Tibi cherubim et seraphim, 

incessabili voce proclamant:

"Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth."

 

[NL]

(koor en solisten)

U, eeuwige Vader, eert heel de aarde.

Tot U roepen alle engelen, 

de hemelen en alle machten.

Tot U roepen Cherubijnen en Serafijnen 

die zonder ophouden zingen:

“Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten.”

 

IV. Pleni sunt caeli et terra 

“Pleni sunt caeli et terra maiestatis gloriae tuae."

Te gloriosus Apostolorum chorus,

Te Prophetarum laudabilis numerus,

Te Martyrum candidatus laudat exercitus.

 

[NL]

(koor)

“Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.”

U looft het roemvol koor der apostelen,

U het lofwaardig getal der profeten,

U looft de witte stoet der martelaren.

 

V. Te per orbem terrarum

Te per orbem terrarum 

sancta confitetur Ecclesia:

Patrem immensae maiestatis;

Venerandum tuum verum et unicum Filium;

Sanctum quoque Paraclitum Spiritum.

 

Tu rex gloriae, Christe:

Tu Patris sempiternus es Filius.

Tu, ad liberandum suscepturus hominem, 

non horruisti Virginis uterum.

 

[NL]

(haute-contre, taille, bas)

U prijst de heilige Kerk 

over heel de aarde:

U, Vader, onmetelijk in majesteit;

U, eniggeboren Zoon, waarachtig en hoog verheven;

U, Heilige Geest, de Vertrooster.

 

Gij, Christus, Koning der glorie,

Gij zijt de enige Zoon van de Vader.

Gij, die om de mens verlossing te brengen

geen vrees hebt gehad voor de schoot van de Maagd.

 

VI. Tu devicto mortis aculeo 

Tu, devicto mortis aculeo,

aperuisti credentibus regna caelorum.

Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris.

Iudex crederis esse venturus.

 

[NL]

(koor en bas)

Gij die de prikkel van de dood hebt overwonnen

en voor de gelovigen het hemels rijk hebt geopend.

Gij zit aan Gods rechterhand in de glorie van de Vader.

Gij zult als rechter komen, zoals wij geloven.

 

VII. Te ergo quaesumus

Te ergo quaesumus, tuis famulis subveni: 

quos pretioso sanguine redemisti.

 

[NL]

(sopraan)

U dan smeken wij: kom uw dienaars te hulp,

die Gij door uw Kostbaar Bloed hebt gered.

 

VIII. Aeterna fac cum sanctis tuis

Aeterna fac cum sanctis tuis in gloria numerari.

Salvum fac populum tuum, Domine, et benedic hereditati tuae.

Et rege eos, et extolle illos usque in aeternum.

Per singulos dies benedicimus te: 

et laudamus nomen tuum in saeculum, 

et in saeculum saeculi.

 

[NL]

(koor)

Laat ons geteld worden onder uw heiligen in de eeuwige heerlijkheid.

Red, Heer, red uw volk en zegen uw erfdeel.

Hoed hen, en draag hen tot in de eeuwigheid.

Iedere dag willen wij U prijzen,

uw naam verheerlijken voor altijd.

 

IX. Dignare, Domine

Dignare, Domine, die isto sine peccato nos custodire.

Miserere nostri, Domine, miserere nostri.

 

[NL]

(bas, sopraan)

Wees genadig, Heer, spaar ons deze dag voor de zonde.

Ontferm U over ons, Heer, ontferm U over ons.

 

X. Fiat misericordia tua

Fiat misericordia tua, Domine, super nos: 

quemadmodum speravimus in te.

 

[NL]

(sopranen, bas)

Laat uw barmhartigheid neerdalen over ons,

zoals ons vertrouwen uitgaat naar U.

 

XI. In te, Domine, speravi

In te, Domine, speravi: 

non confundar in aeternum.

 

[NL]

(koor, haute-contre, taille en bas)

Op U, Heer, is onze hoop gevestigd;

beschaam ons niet in eeuwigheid.

 

Marc-Antoine Charpentier, Motet pour les trépassés à 8, H. 311, "Plainte des âmes du Purgatoire”

Prélude 

Miseremini mei, saltem vos amici mei, 

quia manus Domini tetigit me. 

Hei, mihi Domine, 

usquequo non parcis mihi, 

nec dimittis me ut glutiam salivam meam? 

Hei mihi Domine, 

cur faciem tuam abscondis, 

et arbitraris me inimicum tuum? 

Hei mihi Domine, 

quare posuisti me contrarium tibi 

et factus sum mihimet ipsi gravis? 

Miseremini mei, saltem vos amici mei, 

quia manus Domini tetigit me.

 

Ritournelle 

Ah! poenis crucior nimis asperis, 

ah! flammis uror nimis acribus, 

quando dabis mihi solatium? 

Quando dabis mihi refrigerium? 

Ah! Domine, mutatus es mihi in crudelem. 

 

Prélude 

Miseremini mei, saltem vos amici mei, 

quia manus Domini tetigit me.

 

[NL]

Prelude

Vrienden dan toch, heb meelij met mij 

want de hand van God heeft mij geslagen. 

Helaas, Heer,

hoelang nog zult Gij mij niet met rust laten,

noch mij wegsturen om mijn speeksel in te slikken? 

Helaas, Heer,

waarom keert Gij u af van mij 

en behandelt Gij mij als uw vijand?

Helaas, Heer,

Waarom houdt Gij mij in het vizier, 

ben ik U soms tot last, Allerhoogste?

Vrienden dan toch, heb meelij met mij 

want de hand van God heeft mij geslagen.

 

Ritournelle 

Ah, de pijn die ik onderga is ondraaglijk

Ah, ik word verslonden door te vurige vlammen

Wanneer komt Gij mij troosten?

Wanneer komt Gij mij verkoeling brengen?

Ah, Heer, Gij zijt mijn tiran geworden.

 

Prelude

Vrienden dan toch, heb meelij met mij 

want de hand van God heeft mij geslagen.

 

 

André Campra, Messe de Requiem

I. Introïtus
Requiem æternam dona eis, Domine:

et lux perpetua luceat eis.

Te decet hymnus, Deus, in Sion,

et tibi reddetur votum in Ierusalem:

exaudi orationem meam,

ad te omnis caro veniet.

Requiem æternam dona eis, Domine:

et lux perpetua luceat eis.

 

[NL]

Geef hun eeuwige rust, Heer: 

en laat een eeuwig licht schijnen over hen.

U komt de lofzang toe, Heer in Sion, 

en voor U zal een gelofte worden gedaan in Jeruzalem: 

verhoor mijn gebed, 

tot U komt al wat vlees is.

Geef hun eeuwige rust, Heer: 

en laat een eeuwig licht schijnen over hen.

 

II. Kyrie
Kyrie, eleison.

Christe, eleison.

Kyrie, eleison.

 

[NL]

Heer ontferm U. 

Christus ontferm U. 

Heer ontferm U.

 

III. Graduale

Requiem æternam dona eis, Domine:

et lux perpetua luceat eis.

In memoria æterna erit iustus:

ab auditione mala non timebit.

 

[NL]

Geef hun eeuwige rust, Heer: 

en laat een eeuwig licht schijnen over hen.

De rechtvaardige zal eeuwig herinnerd worden:

voor een boos gerucht zal hij niet vrezen.

 

IV. Offertorium

Domine Iesu Christe, Rex gloriæ,

libera animas omnium fidelium defunctorum

de pœnis inferni et de profundo lacu:

libera eas de ore leonis,

ne absorbeat eas tartarus,

ne cadant in obscurum:

sed signifer sanctus Michael

repræsentet eas in lucem sanctam:

Quam olim Abrahæ promisisti, et semini eius.


Hostias et preces tibi, Domine,

laudis offerimus:

tu suscipe pro animabus illis,

quarum hodie memoriam facimus:

fac eas, Domine, de morte transire ad vitam.

Quam olim Abrahæ promisisti, et semini eius.

 

[NL]

Heer Jezus Christus, Koning der heerlijkheid,

bevrijd de zielen van alle gestorven gelovigen

van de straffen der hel en de diepe vuurzee:

bevrijd ze uit de mond van de leeuw,

dat de afgrond hen niet moge verslinden,

dat zij niet in de duisternis mogen vallen:

maar de heilige Michael, de vaandeldrager

moge hen geleiden naar het heilige licht:

Dat gij ooit aan Abraham hebt beloofd, en aan zijn zaad.

 

Offers en gebeden, Heer,

brengen wij u:

neem ze aan voor die zielen

die wij vandaag gedenken:

laat hen, Heer, overgaan van de dood naar het leven

dat gij ooit aan Abraham hebt beloofd, en aan zijn zaad.

 

V. Sanctus

Sanctus, Sanctus, Sanctus

Dominus Deus Sabaoth.

Pleni sunt cæli et terra gloria tua.

Hosanna in excelsis.

Benedictus qui venit in nomine Domini.

Hosanna in excelsis.

 

[NL]

Heilig, heilig, heilig

Heer God der Heerscharen.

Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.

Hosanna in den hoge.

 

Gezegend is hij die komt in de naam van de Heer.

Hosanna in den hoge.

 

VI. Agnus Dei

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona eis requiem.

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona eis requiem.

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona eis requiem sempiternam.

 

[NL]

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt: geef hun de rust.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt: geef hun de rust.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt: geef hun de eeuwige rust.

 

VII. Post-Communio

Lux aeterna luceat eis, Domine,

cum sanctis tuis in aeternum,

quia pius es.

 

Requiem aeternam dona eis, Domine,

et lux perpetua luceat eis.

 

[NL]

Laat het eeuwige licht op hen schijnen, Heer,

met uw heiligen tot in de eeuwigheid, 

want Gij zijt genadig.

 

Schenk hun eeuwige rust, Heer,

en laat het eeuwig licht op hen schijnen.

Met uw heiligen tot in de eeuwigheid, 

want Gij zijt genadig.

Leden orkest en/of koor

ORCHESTRA

a nocte temporis

DESSUS DE VIOLON

Joanna Husczca (concertmaster)

Izana Soria

Ortwin Lowyck

Marrie Mooij, 

Isabelle Verachtert

 

HAUTE-CONTRE DE VIOLON

Manuela Bucher

Michiyo Kondo

 

TAILLE DE VIOLON

Maia Silberstein

 

BASSE DE VIOLON

Thomas Luks

Mathilde Wolfs

Edouard Catalan

 

FLUTES

Anna Besson

Sien Huybrechts

 

OBOES

Nele Vertommen

Frauke Elsen (*)

 

BASSOON

Josep Casadellà (*)

 

SERPENT

Patrick Wibart

 

BASS VIOL

Myriam Rignol

 

THEORBO

Gabriel Rignol

 

ORGAN

Marc Meisel

 

TRUMPETS

Julian Zimmermann

Olivier Mourault (*)

 

BASS TRUMPET

Simen Van Mechelen (*)

 

TIMPANI

David Dewaste (*)

 

(*): only during Te Deum by Charpentier

 

 

CHOIR

CHŒUR DE CHAMBRE DE NAMUR

DESSUS

Camille Hubert

Aurélie Moreels

Amélie Renglet

 

BAS-DESSUS

Wei-Lian Huang

Barbara Menier

Zoé Pireaux

 

HAUTE-CONTRE

Dominique Bonnetain

Branislav Racik

Jonathan Spicher

Gert-Jan Verbueken

 

TAILLES

Nicolas Bauchau

Peter De Laurentiis

Vincent Mahiat

Marc Manodritta

 

BARITONE

Kamil Ben Hsain Lachiri

Samuel Namotte

Jean-Marie Marchal

 

BASS

Pieter Coene

Etienne Debaisieux

Philippe Favett

Partners

main partners
Klara, KPMG, Nationale Loterij-meer dan spelen

festival partners
Brouwerij Omer Vander Ghinste, Interparking, Proximus, Yakult

public funding
BHG, Nationale Bank van België, Vlaamse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschapscommissie

cultural partners
Bozar, Concertgebouw Brugge, Davidsfonds, DESINGEL, Flagey, KVS, Muntpunt, Théâtre Les Tanneurs

official festival suppliers 
Brand it Fashion, Café Costume, Café Victor, Casada, Daniel Ost, Fruit at Work, Humus X Hortense, Harvest, Les Brigittines, Neuhaus, Pentagon, Piano’s Maene, Thon Hotels

media partners 
BRUZZ, BX1, Canvas, Clearchannel, De Standaard, Eén, La Libre, La Première, La Trois, Musiq3, Radio 1,  Ring TV, visit brussels