Reinoud Van Mechelen
Of These, Hope
/ Bozar, Henry Le Boeuf Zaal

Of These, Hope

charpentier’s te deum & campra’s requiem

sinds het begin der tijden

Voor het eerst verwelkomt Klarafestival een festivalartiest en dat is dit jaar de Belgische tenor Reinoud Van Mechelen. 

Wie jou kent, weet dat jij manieren zoekt om als artiest een maatschappelijk engagement aan te gaan. Is klassieke muziek volgens jou in staat om een bijdrage te leveren aan de samenleving?

We hoeven maar onze televisie aan te zetten om te ondervinden dat klassieke muziek vandaag onderaan onze prioriteitenlijst prijkt. Hoe vaak wordt een muzikant op het journaal uitgenodigd om over klassieke muziek te vertellen? Veel vaker luisteren we naar de zoveelste econoom, wetenschapper of politicus. Klassieke muziek is niet meer interessant, het maakt geen wezenlijk deel meer uit van onze samenleving. Maar het kan dat wel worden. Klassieke muziek kan veel goeds teweegbrengen.

Hoe dan? Hoe geef je klassieke muziek opnieuw een relevante rol in de samenleving?

Door een requiem van 300 jaar geleden los te laten op kinderen en dan kijken en vragen wat ze daarbij voelen, door mensen onverwachts met klassieke muziek in aanraking te brengen en ze er zo van te overtuigen om er tijd voor te maken. Als kunstenaars moeten we als het ware soms met onze handen in de aarde woelen om het nut van wat we doen aan te tonen. Een muziekbeleving levert niet direct een meetbaar resultaat op, maar het kan zoveel goeds doen aan ons innerlijke zelf.

En hoe kan een organisatie als Klarafestival dat faciliteren?

Klarafestival bereikt veel mensen via de radio en is geworteld in het centrum van het land. Als huisartiest zou ik graag een pop-upconcert organiseren in het station van Brussel-Centraal, waar we 20 minuten lang het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier loslaten op willekeurige voorbijgangers. Ik wil de megafoon zijn in de straat die roept: “Komt dat zien!” Maar evengoed vind ik dat we open repetities moeten organiseren voor kinderen. Ik geloof echt dat de relevantie van klassieke muziek begint bij het onderwijs. De plaats en het belang van muziek in het onderwijs gaat niet over hoe goed een kind na zes jaar blokfluit kan spelen. Het gaat om het opbouwen van een referentiekader dat trouwens helemaal niet los staat van andere genres als popmuziek. De akkoorden waarop popnummers zijn gebaseerd, zijn alleen maar denkbaar vanuit de rijke muziektradities van de afgelopen eeuwen. Muziek gaat ook over samenzijn, over het samenbrengen van mensen, zoals het thema van Klarafestival dit jaar. Hoe noemen jullie het ook alweer? Stick together?

Het thema van Klarafestival 2022 is inderdaad ‘Let’s stick together’, om te vieren dat we na al die tijd opnieuw fysiek samenkomen. Zit dat thema ook verweven in de concerten die je presenteert?

Het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier, waarvan iedereen de beginmaten intussen wel kent als het deuntje van het Eurovisiesongfestival, gaat over samenzijn. De pandemie heeft ons in dat opzicht met de neus op de feiten gedrukt: muziek is iets dat we live willen beleven. Muziek kan mensen samenbrengen. Het concert met Charpentiers Te Deum en Campra’s Requiem staat eigenlijk helemaal in het teken van samenzijn: het is een samenwerking tussen a nocte temporis, het Choeur de Chambre de Namur en Klarafestival.

Ook muziek van 300 jaar geleden kan vandaag nog sterk resoneren. En dat is eigenlijk mijn missie: om de emotionele kracht van oud repertoire tot bij de mensen te brengen.
Reinoud Van Mechelen

Vanwaar ontstond voor jou de noodzaak om met a nocte temporis een eigen ensemble op te richten?

Zelf de muzikale leiding nemen was altijd al een stoute droom. Toen ik Anna Besson leerde kennen, namen we samen de cd Erbarme dich op met aria’s voor fluit en tenor van Johann Sebastian Bach. Van daaruit groeide de zin om nog meer eigen projecten op poten te zetten.  Met een eigen ensemble neem je het heft in eigen handen en kan je de projecten waarmaken waar je zelf in gelooft, omringd door de juiste mensen. Het is voor mij een fijne, en misschien wel noodzakelijke afwisseling tussen de grote projecten waar ik me ook zéér hard amuseer, maar meer meedraai als een radertje in een groter geheel. Ook wilde ik met a nocte temporis de Franse barokmuziek nieuw leven inblazen in Vlaanderen. We geven het niet graag toe, maar België heeft historisch nu eenmaal veel affiniteit met het Franse repertoire. Het is de muziek uit Frankrijk die hier gespeeld werd en toch is die muziek vandaag niet meer zo bekend. Mijn interesse in Franse muziek komt natuurlijk ook deels doordat ik me na mijn opleiding in België specialiseerde in Franse barokmuziek aan de Académie d’Ambronay en bij Les Arts Florissants.

Wat betekent a nocte temporis eigenlijk?

Een van de lievelingsboeken van mijn vrouw Anna is La nuit des temps van René Barjavel, wat een afgeleide is van de uitdrukking ‘depuis la nuit des temps’ en naar het Nederlands vertaald wordt als ‘sinds mensenheugenis’. Dat vond ik zo’n mooie titel, dat ik een berichtje via Messenger stuurde naar een bevriende latinist met de vraag om de spreuk naar het Latijn te vertalen. Zij stuurde me verschillende mogelijke vertalingen door, en a nocte temporis was de mooiste die ertussen zat. Daar zit natuurlijk meer achter. Alle muziek die we vandaag bedenken, is morgen geschiedenis. Maar ook muziek van 300 jaar geleden kan vandaag nog sterk resoneren. En dat is eigenlijk mijn missie: om de emotionele kracht van oud repertoire tot bij de mensen te brengen.

Iets dat opvalt wanneer men er jouw lange lijst van projecten op naslaat, is de grote verscheidenheid. Je zingt de evangelist in Bachs Mattheuspassie, maar evengoed vertolk je de tenorrol (Nadir) in de romantische opera Les pêcheurs de perles van Bizet, of zing en dans je mee in Anne-Teresa De Keersmaekers regie van Mozarts Così fan tutte.

Ja, en die verscheidenheid wil ik als huisartiest van Klarafestival ook graag tonen. Het is leuk en interessant om oud én nieuwer repertoire te brengen. Het 17e-eeuwse Messe de Requiem van André Campra ligt mij na aan het hart en wilde ik dan ook bijzonder graag uitvoeren, maar ook de 19e-eeuwse liederencyclus Les Nuits d’été van Hector Berlioz is een prachtig werk. Oude muziek en 19e-eeuws Frans repertoire liggen misschien ver uit elkaar, maar ze hebben ook veel raakpunten. Ik hoop dat het publiek dat ook zal opmerken.

Waar liggen de gelijkenissen dan volgens jou?

In de barokmuziek zeggen we altijd: “tekst, tekst, tekst”. Maar ik denk dat dat evengoed voor ander, nieuwer repertoire geldt. De gedichten van Théophile Gautier die Berlioz in zijn Les Nuits d’été op muziek zette zijn prachtig en verdienen de nodige aandacht. Ik gebruik als zanger ook bewust hetzelfde gevarieerde kleurenpalet, ongeacht het repertoire.

Waarom vind je het belangrijk om zo’n verscheiden repertoire te verkennen?

Eigenlijk is dat opnieuw maatschappelijk geworteld. Ik breng mensen graag samen. Door zo’n breed repertoire te brengen hoop ik verschillende soorten concertgangers met elkaar te verbinden. Misschien zeggen de oudemuziekfanaten wel: hé, die Berlioz, daar ben ik wel benieuwd naar. En misschien wordt de modale Klarafestivalganger onverwachts verliefd op Campra’s meesterlijke Requiem.

Laatste concerten

No results found